ContainerPlanner gaat in pilot kijken of containers op de juiste plek staan

Autena gaat samen met Shipping Technology (ST), Mavisoft en Delfia Inland Shipping in een pilot kijken of met camera’s gecontroleerd kan worden of containers met het laden op de juiste plek aan boord komen te staan. Of dat de goede containers van boord worden gehaald. Dit alles wordt geïntegreerd in het container stuwprogramma ContainerPlanner van Autena.

Om de containers te kunnen herkennen, worden de camera’s gekoppeld aan de inmiddels bekende ST Brain van Shipping Technology. Hierop draait de ScanTainr software van Mavisoft. Mavisoft is een startup en is met hun aan artificial intelligence software gekoppelde camera’s actief in de hele wereld. Je kan de techniek van Mavisoft inmiddels onder meer vinden op Schiphol en diverse containerterminals.

Schade herkennen

De pilot wordt uitgevoerd op een van de containerschepen van Delfia Inland Shipping, de Factofour. In december worden tijdens een werfbeurt de voorbereidingen getroffen voor het installeren van de camera’s. Deze camera’s herkennen in combinatie met de optical character recognition techniek (OCR) het nummer van de container. Via ST brain worden de gegevens naar ContainerPlanner ‘gepushed’ en krijgt de schipper een rapport op zijn scherm wat er precies is gebeurd.

Wanneer bij het laden van een (lege) container nog geen nummer bekend is, kan het systeem deze zelf aanmaken en vastleggen. Via ContainerPlanner kunnen deze weer gedeeld worden met de barge-operator of de ontvangende terminal. Zo weten deze welke lege containers ze gaan ontvangen.

Tevens kan de techniek eventuele schade aan een container vaststellen. Op deze manier kan met de vastgelegde beelden gelijk en geautomatiseerd een ‘damage report’ opgemaakt worden. Deze schade kan vervolgens gemeld worden bij bijvoorbeeld de barge-operator of andere relevante partijen.

Niemand aan dek

Het stuwprogramma van Autena controleert in de pilot automatisch of de kraandrijver de juiste container op de juiste plek heeft gezet. En of tijdens het lossen de goede containers van boord gaan. ‘Nu loopt nog iemand aan dek om te kijken of de containers op de goede plek worden neergezet’, vertelt Desiré Savelkoul van Autena. ‘Dat hoeft straks niet meer in weer en wind.’

In de pilot wil Savelkoul vooral kijken of het systeem betrouwbaar is. ‘Het systeem moet natuurlijk geen container missen. Want als een container op de verkeerde plek staat, heeft dat grote invloed op de rest van de reis. Een container kan dan op een verkeerde terminal worden gelost met alle logistieke gevolgen en kosten van dien. Daarom moet de schipper automatisch een waarschuwing krijgen als een container niet op de juiste plek komt te staan. En we gaan natuurlijk met Delfia Inland Shipping in gesprek om de integratie van de techniek in ContainerPlanner voor de schipper zo gebruikersvriendelijk en effectief mogelijk te maken.’

Naar de wal

Volgens Savelkoul past de pilot goed bij de ontwikkeling dat naast het plannen van containerschepen nu ook het laden en lossen geautomatiseerd vanaf de wal gemonitord worden. ‘Wat dat betreft is dit een mooie stap richting autonomie. Hiermee kan de bemanning aan boord worden ontlast.’

Autena gezamenlijk lid geworden van CESNI

Samen met zeven maritieme softwarebedrijven is Autena met EADINS, de European Association of Developers of Inland Nautical Software, gezamenlijk lid geworden van CESNI, het Europese Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart. Jaren geleden bestond de vereniging ook al, maar deze hield op te bestaan.

Aanleiding om EADINS nieuw leven in te blazen was dat de vereniging met ingang van 30 april van dit jaar officieel lid kon worden van CESNI. Dit comité bestaat uit deskundigen van de lidstaten van de Europese Unie en de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en wordt bijgestaan door vertegenwoordigers van internationale organisaties die zich bezighouden met de binnenvaart. Een belangrijke plaats is ingeruimd voor de vertegenwoordigers van het Europese binnenvaartbedrijfsleven.

Gezamenlijk

‘Met EADINS willen wij de onderlinge belangen van de aangesloten leden bevorderen’, vertelt Savelkoul. ‘Dat willen wij met name bereiken met een gezamenlijke vertegenwoordiging van de ondernemingen. Voor de veelal MKB ondernemingen gaat het dan om kontakten met overheden, zoals de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en de Europese Commissie, maar ook met de individuele Europese vaarwegbeheerders, zoals Rijkswaterstaat of De Vlaamse Waterwegen.’

De bedrijven die, naast Autena, bij EADINS zijn aangesloten zijn: Argonics GmbH (DE), Covadem Services BV (NL), Innovative Navigation GmbH (DE), Noordersoft BV (NL), Periskal cvba (BE), Periskal srl (RO) en Tresco Engineering bvba (BE).

Verheugd

Bruno Georges, secretaris van CESNI en secretaris-generaal van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR), is verheugd dat EADINS wil toetreden tot de Europese commissie voor het opstellen van normen voor de binnenvaart. ‘Wij zijn er van overtuigd dat EADINS, met zijn langetermijnbelang, ervaring en expertise op het gebied van River Information Services en binnenvaartgerelateerde automatisering zoals automatische trackingsystemen en software voor containerplanning, een waardevolle inbreng kan toevoegen aan de activiteiten van CESNI. Het is goed dat EADINS bereid is om actief betrokken te zijn bij de ontwikkeling van normen voor informatietechnologieën in de binnenvaart en in het bijzonder om deel te nemen aan de permanente werkgroep van CESNI over informatietechnologie CESNI / TI, en andere tijdelijke werkgroepen CESNI. Ik kijk erg uit naar verdere samenwerking en de vruchtbare deelname van EADINS aan onze toekomstige activiteiten.’

Coronaprotocol, zo houden we het veilig

Overal in de samenleving zijn de gevolgen van het COVID-19/Coronavirus merkbaar. Ook in de binnenvaart zijn maatregelen getroffen. Als gevolg daarvan, hebben we bij Autena een Coronaprotocol uitgewerkt, wat aansluit bij de richtlijnen die bij veel schepen aan boord zijn ingevoerd. Zodoende zijn we in staat onze installatie- en onderhoudswerkzaamheden, veilig en verantwoord uit te voeren.

Na de afkondiging van de maatregelen door het kabinet in maart van dit jaar, werden onze engineers de afgelopen maanden bij veel rederijen en schepen niet meer toegelaten aan boord. Natuurlijk begrijpen en respecteren we dat besluit, aangezien het helpt de verspreiding van het coronavirus in te dammen en het leven aan boord veilig en gezond te houden voor de bemanning.

Voorzorgsmaatregelen

Maar met de aangepaste werkwijze die we bij Autena inmiddels hebben ingevoerd, voldoen we op alle manieren aan dat uitgangspunt. We zetten de belangrijkste voorzorgsmaatregelen op een rijtje:

  • Conform de richtlijnen van het RIVM blijven medewerkers thuis als ze (milde) verkoudheidsklachten hebben. Deze maatregel hanteren we stringent; daarmee zetten we onze monteurs in feite in een soort quarantaine. Zo willen we waarborgen dat ze, als ze weer helemaal beter zijn, het coronavirus niet mee kunnen nemen naar boord.
  • Daarnaast wassen we allemaal vaker onze handen en houden we minimaal 1,50 meter afstand.
  • De installatiewerkzaamheden worden niet meer door twee monteurs uitgevoerd.
  • De engineer reist alleen naar de locatie, en werkt aan boord ook volledig alleen.
  • Ook gebruik hij hierbij uitsluitend zijn eigen gereedschap, dat hij regelmatig reinigt, is hij de enige die het gereedschap en alle apparatuur, zoals telefoon en notebook, gebruikt en aanraakt.

Alleen noodzakelijke werkzaamheden

Bij het maken van de afspraak vragen we of aan boord mogelijk personen zijn met gezondheidsklachten die op COVID-19/Corona zouden kunnen duiden. In dat geval stellen we de installatie uit tot iedereen aan boord weer klachtenvrij is.

Als we aan boord mogen komen, betreedt de engineer uitsluitend de ruimtes die nodig zijn voor het uitvoeren van zijn werkzaamheden. Hij beperkt zijn activiteiten tot het werk dat echt noodzakelijk is. Bij voorkeur zijn er geen bemanningsleden in de ruimte aanwezig. Is dat niet te voorkomen, dan vraagt de engineer voorafgaand aan het betreden van de ruimte instemming van de daar aanwezige personen. Bovendien zal hij minimaal 1,50 meter afstand houden.

Altijd in overleg

Met de maatregelen nemen we ook nu deze “onwerkelijke” situatie serieus. Het coronaprotocol is dan ook vastgelegd ons ISO 9001-kwaliteitshandboek. We menen ieders veiligheid en gezondheid op deze manier optimaal gewaarborgd te hebben. Niet alleen van ons eigen personeel, maar ook van de bemanning aan boord.

Nu de overheid met de versoepeling langzaam meer bewegingsruimte geeft, pakken we de werkzaamheden bij u aan boord graag weer op. Uiteraard altijd in overleg met rederijen, scheepseigenaren en opvarenden.

Autena Marine in Europese expertgroep DINA

De Europese Commissie heeft Autena Marine uitgekozen om zitting te nemen in een expertgroep die DG MOVE gaat adviseren over digitalisering van de Europese binnenvaart. De groep van in totaal zeventig leden gaat de Commissie ondersteunen in het ontwikkelen van Digital Inland Waterway Area (DINA).

‘Gezien de relevante bekwaamheid en ervaring van uw organisatie, haar vermogen om de positie te vertegenwoordigen die wordt gedeeld door belanghebbenden in haar categorie en de bekwaamheid en ervaring van de voorgestelde vertegenwoordiger, deel ik u mee dat uw organisatie is geselecteerd als lid van de DINA-expertgroep’, kreeg Autena directeur Desiré Savelkoul onlangs te horen van het Directorate-General for Mobility and Transport (DG MOVE).

Concurrentiepositie

DINA valt onder de strategie van de Europese Commissie voor ‘Digital Single Market’ en heeft als doel het bevorderen van de digitalisering van het vervoer over de Europese binnenwateren. Het is een ‘concept’ om informatie over infrastructuur, mensen, operaties, vloot en lading in de binnenvaartsector met elkaar te verbinden en deze informatie te delen, ook met de andere modaliteiten. Volgens de commissie kan zo de concurrentiepositie van de binnenvaart in de logistieke keten worden versterkt.

Binnen DINA wordt een architectuur voorgesteld die het gecontroleerd delen van deze informatie mogelijk maakt en die kan dienen als platform voor toekomstige ontwikkelingen. DINA bouwt daarbij voort op bestaande investeringen en ontwikkelingen zoals bestaande componenten van River Information Services (RIS). Er worden uitbreidingen voorgesteld om real-time gegevensuitwisseling en de verbeterde integratie van andere actoren zoals verladers, logistiek dienstverleners en binnenhavens mogelijk te maken.

Integratie

Binnen DINA gaat het om een aantal belangrijke te nemen maatregelen. Zo noemt DG MOVE de verticale integratie tussen de binnenvaartbedrijven en de klanten, de horizontale integratie met de vaarwegbeheerders en de administratieve integratie met de andere autoriteiten zoals handhavers.
Om dit te kunnen bereiken moet onder meer River Information Services worden uitgebreid met een database op Europees niveau waarin alle informatie over schepen, infrastructuur en bemanning moet komen te staan. Ook moet aan boord van de schepen een nieuwe digitale omgeving komen, de zogenoemde e-IWT tool, die nieuwe applicaties en services voor binnenvaartschepen gaat ondersteunen, waardoor de huidige mogelijkheden van AIS en ECDIS worden uitgebreid.
Verder is een digitale omgeving, een zogenoemd ‘data platform’, voor binnenvaartondernemers nodig om hen in staat te stellen gegevens over hun schip, reizen, lading en bemanning te kunnen controleren. Ze kunnen deze gegevens voor hun eigen doeleinden gebruiken, zoals bijvoorbeeld voor slimme navigatie, maar ze moeten de informatie ook op een gecontroleerde manier kunnen gaan delen met andere geselecteerde belanghebbenden zoals de autoriteiten, de beheerders van de havens en terminals.
Ook moeten er systemen worden gebouwd om locaties te registreren zodat real-time gegevens kunnen worden gevonden van de schepen en de infrastructuur, zoals bijvoorbeeld verkeer en bemanning.

Advies en expertise

Van de expertgroep wordt verwacht dat ze de Commissie gaat helpen bij de uitvoering en de follow-up van DINA. Zo kunnen de leden van de groep hiervoor adviezen uitbrengen en met innovatieve oplossingen komen. Maar de groep kan ook advies, technische expertise en inbreng leveren aan de Commissie voor de voorbereiding van wetgeving en de Commissie bijstaan in de ontwikkeling en operationele verbetering van systemen voor internationale gegevensuitwisseling. Hetzelfde geldt voor alles wat betrekking heeft op een evaluatie of een herziening van de RIS-richtlijn. Want RIS is volgens DG MOVE een van de belangrijkste elementen van het toekomstige DINA.

CoVadem wint niet, maar ziet volop kansen

Autena heeft met CoVadem maandagavond tijdens het Maritime Awards Gala niet de “Innovation Award” weten binnen te slepen. Desondanks blijven we vastberaden. ‘De nominatie heeft ons initiatief weer veel publiciteit opgeleverd’, meldt het team bestaande uit Desiré Savelkoul van Autena Marine, Meeuwis van Wirdum van het MARIN en Henk van Laar van Bureau Telematica Binnenvaart (BTB). ‘We zijn als de initiatiefnemers van CoVadem dan ook meer dan vastberaden om van CoVadem een succes te maken. We hebben diverse lopende initiatieven en zien volop kansen die we de komende periode verder gaan verkennen.’

Vaardieptemetingen

CoVadem (coöperatieve vaardieptemetingen) werd vier jaar geleden gestart. Doel van het project is het delen van actuele vaardieptemetingen waarmee schippers in de toekomst efficiënter kunnen varen en maximaal gebruik kunnen maken van de ruimte die de vaarweg biedt. Daarvoor worden binnenvaartschepen uitgerust met een eenvoudige computer (de ‘CoVadem-box’) om bestaande sensoren zoals de dieptemeter, beladingsmeter, GPS en brandstofverbruikmeters uit te lezen en een bericht naar de wal te verzenden. Aan de wal wordt de gemeten kielspeling, met geavanceerde modellen over de rivier van Deltares en het gedrag van het schip via MARIN, omgerekend naar een actuele waterdiepte op de gevaren route. Deze actuele vaardieptemetingen worden ter beschikking gesteld aan de schippers, zodat in de toekomst deze gegevens gebruikt kunnen worden voor een voorspelling van waterdiepten op de te nemen vaarroute. Rond de vijftig binnenvaartschepen verzamelen zo al een aantal jaren real time data.

Energieverbruik

Behalve over waterdieptes, wordt er met CoVadem nog meer informatie verzameld, onder meer over brandstof- en energieverbruik. In combinatie met de informatie over vaardieptes – die van invloed zijn op bijvoorbeeld de hoeveelheid lading die een schip mee kan nemen – kan daarbij een schatting gegeven worden in een zogeheten ‘performance dashboard’ over wat de meest ideale vaarroute met de meest ideale hoeveelheid lading en brandstof kan zijn. Dat kan een behoorlijke besparing opleveren voor een binnenvaartschip, én daarnaast ook nog eens winst op het gebied van de duurzaamheid: hoe minder uitstoot, hoe beter. Bovendien zal die kennis in de nabije toekomst bijdragen aan nog slimmere ontwerpen en nog slimmer varen. Daarbij bestaat nadrukkelijk ook een link naar de ontwikkeling van slimme vaarondersteuning en autonome scheepvaart.

De rivieren worden steeds grilliger

Alles staat of valt met de metingen vanuit de schepen. De binnenvaart vraagt al jarenlang aan de vaarwegbeheerders om meer nauwkeurige data over waterdieptes. De rivieren worden steeds grilliger door de klimaatverandering, de waterstanden kunnen heel erg verschillen elke keer. Als wij met CoVadem nauwkeuriger gegevens kunnen leveren, heeft de binnenvaartondernemer meer zicht in wat en hoeveel ze kunnen vervoeren, op de meest energiezuinige manier. Als CoVadem denken we dat met het in beeld brengen van de prestaties en het energiegebruik, de mensen aan boord daar ook iets aan gaan doen. Als je dingen niet meet, weten mensen er niet van en gaan ze het ook niet verbeteren. En dat terwijl ze misschien wel tot 15 procent brandstof kunnen besparen!

Duurzaamheid in voordeel voor de ondernemer

Enerzijds vertegenwoordigen we met CoVadem het belang van de ondernemers, maar ook het maatschappelijke thema van de CO2-reductie. Er zijn nu te weinig gemeten gegevens over hoe goed je het wel of niet doet. Het is dan lastig om een goede stap te maken. Met CoVadem koppelen we duurzaamheid aan voordeel voor ondernemers. Zij kunnen direct voordeel behalen met energiebesparing en het is mooi meegenomen dat het ook nog eens extra duurzaam is. Straks hebben schippers echt continu inzichten in hoe efficiënt & duurzaam ze echt zijn. Dat wordt nu nog te weinig gemeten, terwijl de binnenvaart zich daar wel goed mee kan profileren. De data is daarmee niet alleen van belang voor de binnenvaartschippers. Denk ook aan vaarwegbeheerders of baggeraars die de metingen uit het systeem kunnen gebruiken: ook zij hebben baat bij meer informatie.

 

 

 

 

CoVadem in de race voor Maritime Innovation Award 2017

Het project CoVadem, waar Autena één van de initiatiefnemers van is, is genomineerd voor de Maritime Innovation Award 2017. De jury selecteerde het project uit een record aantal van 24 inzendingen en maakt de uiteindelijke winnaar bekend tijdens het Maritime Awards Gala op 6 november.

Het CoVadem-team meldt ‘erg blij’ te zijn met de nominatie. ‘We zien verwachtingsvol uit naar het gala. Wij zijn trots om met CoVadem ook de binnenvaart een plek te geven tijdens dit event. En ook de meer dan 50 deelnemende schepen mogen hier best trots op zijn.’

Meer bekendheid

De Maritime Innovation Award heeft als doel meer bekendheid te geven aan de vernieuwende kracht die uitgaat van de maritieme en offshore toeleveringsindustrie en om innovatieve ontwikkelingen binnen de maritieme cluster te stimuleren. De prijs werd eind 2000 door Netherlands Maritime Technology (NMT) in het leven geroepen. Minimum vereiste voor elke inzending is dat er een aantoonbare Nederlandse toegevoegde waarde wordt gegenereerd en dat het een Nederlandse innovatie betreft. CoVadem voldoet aan deze voorwaarden. Om de omvang en invloed van de innovatie te kunnen beoordelen, dient de inzending voorzien te zijn van een financiële onderbouwing waaruit de potentie van de innovatie blijkt. Ook moet de inzending toepasbaar zijn binnen de maritieme sector, al zijn doorgevoerd of verkocht en voldoende exportpotentieel hebben. De laatste drie winnaars waren de Integrated Monopile Installer van IHC, de Hull Vane en het AntiRoll (Dynamic Marine Systems Holland).

Vaardieptemetingen

CoVadem (coöperatieve vaardieptemetingen) werd vier jaar geleden gestart. Het project staat onder leiding van MARIN en de vaste partners Autena Marine, Bureau Telematica Binnenvaart en Deltares. Doel van het project is het delen van actuele vaardieptemetingen waarmee schippers in de toekomst efficiënter kunnen varen en maximaal gebruik kunnen maken van de ruimte die de vaarweg biedt. Daarvoor worden binnenvaartschepen uitgerust met een eenvoudige computer (de ‘CoVadem Box’) om bestaande sensoren zoals het echolood, beladingsmeter, GPS en brandstofverbruikmeters uit te lezen en een bericht naar de wal te verzenden. Uit deze metingen wordt de gemeten kielspeling omgerekend naar een actuele waterdiepte op de gevaren route. Deze actuele vaardieptemetingen worden ter beschikking gesteld aan de schippers, zodat in de toekomst deze gegevens gebruikt kunnen worden voor een voorspelling van waterdiepten op de te nemen vaarroute. Rond de vijftig binnenvaartschepen verzamelen zo al een aantal jaren real time data.

10% minder brandstof

Vanwege de klimaatverandering krijgen we in de toekomst waarschijnlijk vaker te maken met extreme waterstanden die zorgen voor veranderingen in de rivierbodem. Om de vaarweg effectief te kunnen blijven onderhouden is dan meer data nodig.

Maar uitdagingen zijn er ook voor het project. Zo zijn de schepen overwegend analoog en is weinig gedetailleerd en relationeel cijfermatig inzicht beschikbaar. Ook vaart de binnenvaartondernemer vaak op ervaring en onderbuikgevoel. Toch heeft elk schip al een dieptemeter en de uitdaging is om de informatie van alle schepen slim aan elkaar knopen. Dat levert big data op en kennis over de actuele waterdiepten die beschikbaar zouden kunnen worden gesteld, inclusief voorspellingen. Als deze data wordt gelogd, kan uit de historie ook nog eens worden herleid hoe een schip zich onder welke omstandigheden gedraagt. Indien dit zou kunnen leiden dat een schipper altijd optimaal kan afladen, dan bespaart de schipper naar verwachting 10% op zijn brandstof. Dat levert een gemiddelde schipper 15.000 euro per jaar op. Ook neemt de uitstoot van CO2 hierdoor fors af.

Overigens zijn actuele en betrouwbare vaardieptemetingen, en is inzicht in de interactie tussen schip en vaarweg ook een belangrijke voorwaarde voor smart shipping.

Co2Vadem+

Inmiddels is er met Co2Vadem+ ook al een vervolg gekomen CoVadem. De deelnemende partijen hebben de ambitie om het project uiteindelijk als financieel zelfdragend initiatief te continueren en verder uit te bouwen. Om dat te bereiken is het nodig om de bestaande vloot uit te breiden naar 250 schepen. Is dat aantal bereikt, dan is er voldoende input om voor alle binnenvaartschepen meerwaarde te leveren.

In Co2Vadem+ krijgt de binnenvaartschipper een waterdiepte- en doorvaarthoogtevoorspeller en een brandstofverbruiksmonitor aan boord. Om een schip te kunnen laten deelnemen aan het project is het voldoende om de zogenoemde CoVadem box te installeren. Deze wordt aangesloten op de sensoren voor locatie (GPS), belading (beladingsmeter), kielspeling (dieptemeter) en op een brandstofverbruiksmeter. Indien deze niet aanwezig is, moet deze worden geïnstalleerd.

De binnenvaartschipper kan aan boord de verzamelde gegevens bekijken. Zo kan hij onder meer zien hoeveel liter brandstof de hoofdmotoren hebben verbruikt, hoeveel kilometer hij heeft gevaren, hoeveel tonnen hij heeft vervoerd en wat de gemiddelde kielspeling, vaarsnelheid en belading waren. Ook kan hij het voortschrijdend gemiddelde verbruik in liters per tonkilometer inzien en de totale CO2 uitstoot.

Groot onderzoek naar autonoom varen

Samen met TNO, Marin, de Technische Universiteit Delft, Koninklijke-BLN Schuttevaer, Bureau Telematica Binnenvaart, Damen Shipyards en tien binnenvaartondernemers, gaat Autena een belangrijke bijdrage leveren aan een groot onderzoek naar autonoom varen. Dit onderzoek moet meer inzicht geven over de potentie en mogelijke commerciële hindernissen van autonoom varen in de binnenvaart.

Autonoom transport is volgens de initiatiefnemers een belangrijke nieuwe ontwikkeling voor de transportsector. Met name in het wegvervoer is al veel onderzoek gedaan naar verschillende aspecten van autonoom rijden, het zogenoemde truck platooning, waaronder de aansluiting op de logistieke sector. Het wegtransport voert met logistieke bedrijven zelfs al praktijktesten met platooning uit. Onderzoek rondom autonoom varen bevindt zich echter nog steeds in een opstartende conceptuele fase. Onderzoek richt zich nu nog vooral op technisch-juridische onderwerpen. De aansluiting van autonoom varen op de bedrijfsvoering en de dagelijkse operatie werden nog niet onderzocht. Het nieuwe onderzoek moet hier duidelijkheid over geven.

Praktijkdata

In het project worden verschillende vormen van autonoom varen onderzocht waarbij wordt uitgegaan van verschillende lagen van autonomiteit. Hierbij valt te denken aan semi autonome systemen zoals het gebruik van de automatische piloot voor het varen op doorgaande trajecten, het op afstand opereren van kleine schepen in beperkt vaarwater zoals havens en subkanalen en volledig autonoom op afstand gemonitord vervoer in beperkt vaarwater zoals kanalen.

De tien binnenvaartondernemers helpen mee inzicht te krijgen in de potentie van varianten van autonoom en semi-autonoom varen voor de binnenvaart. Zij zijn afkomstig uit verschillende marktsegmenten te weten de droge bulk vaart, containervaart en tankvaart. De binnenvaartondernemers leveren praktijkdata aan zoals de inzet van personeel, de kosten van een traject, een inschatting van de omlooptijd en de interactie met overige partijen zoals terminals en vaarwegbeheerders. Op basis hiervan worden de effecten van verschillende concepten van autonoom varen met behulp van modellen ingeschat. Daarnaast wordt samen met de ondernemers de praktische uitvoerbaarheid van de diverse concepten beoordeeld. Hieruit moet voor de verschillende segmenten blijken welke maatregelen effectief zijn.

Voordelen

De voordelen bij autonoom varen kunnen groot zijn. Naar verwachting kan autonoom varen bijdragen aan een effectiever gebruik van de infrastructuur, een hogere veiligheid, een grotere inzetbaarheid van schepen, verlaging van de (bemannings)kosten en een vermindering van brandstofverbruik en emissies zoals CO2. Rolls Royce schat in dat besparingen tot wel 15% mogelijk zijn. Ook zou autonoom varen een rol kunnen spelen bij het effectief ontsluiten van nieuwe stromen. Hierbij wordt onder meer gedacht aan continentale stromen of kan het een alternatief vormen voor concepten als Watertruck. De inzet van (kleine) schepen op kleine kanalen is namelijk volgens de initiatiefnemers al langere tijd economisch niet meer mogelijk in verband met te hoge bemanningskosten. Meer autonoom varende schepen kan deze blokkade mogelijk opheffen. Autonoom varen kan hierdoor een bijdrage leveren aan het terugdringen van het aantal wegkilometers. Maar de mate waarin deze verschuiving mogelijk is, is niet vooraf in te schatten. Dit vormt onderdeel van het project. De verbetering van de flexibiliteit van de binnenvaart kan er verder voor zorgen dat de vervoer over water beter ingezet kan worden in synchromodaal transport.

Al deze factoren dragen volgens de initiatiefnemers bij aan een sterkere concurrentiepositie van de binnenvaart. Autonoom varen is dan ook een van de speerpunten van zowel de Topsector Water als de Topsector Logistiek, waarbij de Topsector Water werkt aan kennisontwikkeling op het gebied van autonoom varen op een aantal technische onderwerpen zoals scheepsontwerp, impact op verkeersafhandeling, de interactie tussen mens en machine interactie en impact op wetgeving.

Real Life cases

In het onderzoek naar autonoom varen in de binnenvaart wordt gebruik gemaakt van de ervaringen die zijn opgedaan in de ontwikkeling van autonoom rijden in het wegverkeer. Hieruit bleek eerder al dat een goede uitwerking van business cases sneller gaat zorgen voor werkende pilots. Omdat in de binnenvaart sprake is van een zeer grote diversiteit, zowel op de technische karakteristieken van de schepen als op het operationeel profiel van de schippers, werken concepten voor autonoom varen echter verschillend uit voor verschillende ondernemers.

In het project worden daarom ongeveer tien business uitgewerkt waarin onder meer de effecten op de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld de verandering in de operationele kosten, en de maatschappelijke consequenties als duurzaamheid en veiligheid in kaart worden gebracht. Uit deze ‘real life cases’ moet voor de verschillende segmenten naar voren komen welke maatregelen effectief zijn. De resultaten van een aantal doorgerekende cases en de workshops moeten vervolgens leiden tot een visiepaper voor autonoom varen in de binnenvaart. Ook wordt een gebruiksvriendelijke tool ontwikkeld die schippers inzicht geeft in de resultaten van verschillende vormen van autonoom varen op basis van hun operationeel profiel.

Een ander belangrijk onderdeel van het project is het delen van de inzichten en resultaten binnen de binnenvaart. Op deze manier wordt het onderwerp autonoom varen meer onder de aandacht gebracht en ontstaat naar verwachting meer draagvlak om mogelijke toepassingen daadwerkelijk te gaan implementeren. De resultaten van het project worden dan ook tijdens een binnenvaartcongres breed gedeeld met de binnenvaart. Tevens starten de betrokken partijen in het project een community op. Deze community streeft er naar om in vervolgtrajecten autonoom varen in de binnenvaart in de praktijk te ontwikkelen.

ContainerPlanner gaat mondiaal

Het ContainerPlanner stuwprogramma is geïnstalleerd op het grootste binnenvaartcontainerschip (720 TUE) van de wereld. De Nautic Twin gaat vanuit de kusthavens van Montevideo in Uruquay en het Argentijnse Buenos Aires vervolgens met containers varen naar Asunción in Paraquay. Het is inmiddels de derde licentie die we leveren voor Zuid-Amerika.

Nautic Twin

Concordia del Paraguay, een dochteronderneming van de Concordia Group uit Werkendam, liet de Nautic Twin bouwen. Op de scheepswerf La Barca werden de twee binnenvaartcasco’s Nautic 10 en 11 aan elkaar gelast. Zo ontstond het grootste containerschip voor de binnenwateren ter wereld met een capaciteit van 720 teu. Om te berekenen waar de containers op de tweeling moeten komen te staan, krijgt de Nautic Twin het ContainerPlanner stuwprogramma aan boord.

Grenzeloos internet

Een half jaar voordat telecomproviders geen roamingkosten meer in rekening mogen brengen, bieden wij de binnenvaart een internetabonnement dat geen grenzen meer kent binnen Europa. Het roamingvrije abonnement biedt naast grenzeloos 4G internettoegang aan boord ongekend grote internetbundels van 50Gb tot 200Gb per maand.

De vraag naar internet aan boord wordt steeds groter, niet alleen voor privé doeleinden, maar ook voor het updaten van software en het uitwisselen van data. Binnenvaartondernemers lopen daardoor steeds vaker aan tegen de beperkingen van de op dit moment verkrijgbare internetbundels van 5Gb tot 10Gb. Deze voldoen steeds vaker niet meer voor het mobiele kantoor aan boord. De grote bundels van 50Gb tot 200Gb van Autena maken hier een einde aan. Ook is het, vanwege het verdwijnen van de roamingkosten in het nieuwe abonnement, niet langer nodig aan de grens te wisselen van SIM-kaarten. Dat maakt het internetten aan boord niet alleen eenvoudiger, maar ook goedkoper.

2400 uur streamen

Met het nieuwe grenzeloos abonnement krijgt de binnenvaartondernemer in heel Europa internettoegang via de snelste mobiele 4G netwerken van gerenommeerde netwerken, zoals dat van KPN, met ongekend grote internetbundels tegen een voordelige prijs. De varende ondernemer kan kiezen uit internetbundels van 50Gb, 100Gb en 200Gb per maand.
Om een indruk te krijgen wat je bijvoorbeeld met 100Gb kunt; bijvoorbeeld dik 140 uur Netflix, RTL XL of ‘uitzending gemist’ kijken, of bijna 2.400 uur muziek streamen via bijvoorbeeld Spotify, of meer dan 1.000 keer per dag je Facebook checken, of 400.000 minuten bellen met WhatsApp, wat meer is dan er dagen in één maand zitten.

Indien u de databundel dreigt te overschrijden, krijgt u een waarschuwing. Dat gebeurt wanneer u de grens van 80% bent gepasseerd. Doet u hier niets mee, dan kunt u kiezen. In het eerste geval wordt na het overschrijden van de databundel de verbinding ‘geknepen’ naar een lagere internetsnelheid zodat u nog steeds de noodzakelijke werkzaamheden kan uitvoeren zoals het ontvangen en versturen van e-mails. Voor elke Mb die u buiten de bundel extra verbruikt, wordt achteraf wel € 0,10 in rekening gebracht. Het is ook mogelijk om op dat moment over te stappen naar een grotere internetbundel. In het tweede geval stopt de internetverbinding voor de rest van de lopende maand. Hiermee heeft u de garantie dat u achteraf nooit met extra kosten wordt geconfronteerd.

De voorwaarden

Met de grenzeloze internetbundel krijgt de binnenvaartondernemer internettoegang in alle EU-landen, inclusief IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. Dit zijn dus België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, IJsland, Zwitserland en Zweden. Dus inderdaad ‘Grenzeloos internet’ in de EU.

Het grenzeloos abonnement kent geen meerjarige abonnementsduur, alleen een opzegtermijn van één maand. Ook zijn er geen aansluitkosten of andere eenmalige kosten. Men kan het abonnement dus maandelijks opzeggen en is dus binnen één maand van het abonnement af. Geen addertjes onder het gras, alleen zorgeloos internetten in heel de EU.

Telematicadag 2016

Over krap twee weken, op donderdag 29 december a.s., vindt voor de 21ste keer de Telematicadag plaats op het KSCC Schipperscentrum in Nijmegen. Dit is het enige moment in het jaar waarop je iedereen kunt treffen die ‘iets’ met ICT in de binnenvaart van doen heeft. Hier praten beleidsmakers van de verschillende overheden en autoriteiten, binnenvaartondernemers, ICT -ontwikkelaars en leveranciers, elkaar bij over de laatste ontwikkelingen op het gebied van ICT in de Rijn- en binnenvaart.

Thema

Dit jaar is het thema “De Beurs van morgen – effecten van digitalisering in de vrachtenmarkt”. Een actueel thema omdat het afgelopen jaar een aantal opmerkelijke digitale marktinitiatieven zijn ontstaan die naast de traditionele manier van ‘bevrachten’ zijn intrede doen in de binnenvaart. In het ochtendprogramma komt dit hoofdthema uitgebreid aan bod met 4 korte pitches. Zo presenteert Jan Snoeij zijn 4Shipping, Imperial hun Imperial Freight Management System (IFMS), Frans Swarttouw presenteert TEUbooker, welke beoogd het boeken van containertransporten te vergemakkelijken, en Axel Götze Rohen over het al langer bestaande Bargelink. Aansluitend op de korte presentaties is er een discussie met alle aanwezigen in de zaal onder begeleiding van de dagvoorzitter Henk van Laar.

Telematica Award

Tijdens de ’traditionele’ lunch, met de welbekende verse erwtensoep, vindt de uitreiking van de inmiddels al weer 8ste Binnenvaart Telematica Award plaats. Deze Binnenvaart Telematica Award wordt uitgereikt aan een persoon die één meer dan bijzondere bijdrage geleverd heeft aan de ontwikkeling, het gebruik en de acceptatie van telematica in de binnenvaart. Met de Award geeft de binnenvaart een blijk van waardering aan die persoon voor wat hij of zij heeft betekend voor de binnenvaart op het gebied van Telematica.

Middagprogramma

Na de lunch is er de mogelijkheid tot het bijwonen van een aantal workshops met een aantal uiteenlopende onderwerpen. Workshops over het initiatief van de WiFi hotspots voor de binnenvaart in de diverse havens in Nederland door Binnenvaart Netwerk Diensten, de ontwikkelingen op het gebied van corridor management door Rijkswaterstaat, met ook de visie op het elektronisch melden en de aangekondigde meldplicht voor de tankvaart, en kan men bijgepraat worden op het gebied van ‘Cyber Security’, herken de gevaren die dagelijks op de loer liggen en hoe men narigheid kan voorkomen.

Afsluiting

Aan het einde van het middagprogramma wordt er nog een blik in de toekomst gegeven met onder andere het vorig jaar door Bureau Telematica Binnenvaart gepresenteerde visie ‘BINNENVAART 3.0‘. Gevolgd door een korte film over het verkeersmanagement in 2031 door de bril van Rijkswaterstaat. Aansluitend is er een discussie over ‘Smart Shipping’ waarbij van gedachten gewisseld wordt met de aanwezigen over wat de toekomst de binnenvaart gaat brengen. Want ook de wereld van de binnenvaart gaat veranderen, dat is inmiddels wel duidelijk.

De Telematicadag begint om 09.30 uur en duurt tot circa 17.00 uur. Deze dag met lunch is kosteloos met dank aan een aantal sponsoren. Tijdens de gehele dag is er tevens een informatiemarkt waar men de diverse leveranciers kan terugvinden. Hier is gelegenheid om ook met hun te spreken. Aan het einde van het programma is er uitgebreid de gelegenheid om met elkaar na te praten. Het actuele programma vindt men op de website van Bureau Telematica Binnenvaart. Als één van de organisatoren, zien wij u graag op donderdag 29 december a.s. in Nijmegen.

We gaan door met CoVadem

Een 50 -tal binnenvaartschepen verzamelen al een aantal jaren real time data om de schepen efficiënter te kunnen afladen en zuiniger te laten varen. In het project Co2Vadem+ gaan we verder, en krijgt de binnenvaartschipper een waterdiepte- en doorvaarthoogtevoorspeller, en een brandstofverbruiksmonitor aan boord.

Co2Vademis een project van het CoVadem-initiatief waarin wij als Autena al vanaf het begin in participeren en ook één van de initiatiefnemers zijn. Om binnenvaartschepen zo goed mogelijk af te laden met bulk of containers is een actuele waterdieptekaart alleen niet voldoende. Daarvoor zijn ook nauwkeurige en betrouwbare voorspellingen van de toekomstige waterdiepte en doorvaarthoogtes voor enkele dagen vooruit nodig. Het is de ambitie om CoVadem uiteindelijk als financieel zelfdragend initiatief te continueren en verder uit te bouwen. Om dat te bereiken is het nodig om de bestaande vloot uit te breiden naar 250 schepen. En dat is de ambitie. Is dat aantal bereikt, dan is er voldoende input om voor alle binnenvaartschepen meerwaarde te leveren. Naast de ontwikkeling van producten in het nu startende Co2Vadem+is de opschaling van CoVadem dan ook een belangrijke focus voor de komende periode.

Zuiniger varen

Met de nu te ontwikkelen diensten weet de binnenvaartschipper straks precies hoeveel lading hij mee kan nemen en kan hij het meest optimale vaarschema bepalen. Afgestemd op zijn schip, zijn route, reis en belading. Meer getransporteerde lading per reis en zuiniger varen moeten het resultaat zijn. Dit zorgt niet alleen voor minder kosten voor de schipper, maar ook voor meer opbrengsten. Daardoor vermindert de uitstoot van CO2 per tonkilometer.

Beter onderhoud aan de vaarweg

De door de binnenvaartschepen verzamelde data moet ook gaan bijdragen aan een beter onderhoud aan de vaarwegen en watermanagement. Hiervoor verzamelen de schepen ook gegevens over de bodem, waterstand en stroming. Deze anonieme gegevens uit CoVadem kunnen in combinatie met riviermodellen de rivierbeheerders en baggeraars helpen bij het op voorhand bepalen van de plekken waar gebaggerd moet worden. Zo kunnen er kosten worden bespaard en kan beheer slimmer worden aanbesteed.

De CoVadem Box

Om een schip te kunnen laten deelnemen aan het project is het voldoende om de zogenoemde CoVadem box te installeren. Deze wordt aangesloten op de sensoren voor locatie (GPS), belading (beladingsmeter), kielspeling (dieptemeter) en op een brandstofverbruiksmeter. Indien deze niet aanwezig is, moet deze worden geïnstalleerd.

Brandstof besparen

Het brandstofverbruik van een binnenvaart schip is in hoge mate afhankelijk van de omstandigheden op de rivier en hoe de schipper daarmee omgaat. Optimaal gebruik van het inzicht in het verband tussen schip, reis en rivierconditie kan leiden tot een besparing van 10% op het brandstofverbruik. Maar dat vereist naast ervaring van de binnenvaartschipper ook betrouwbare en vooral actuele data. Dat doet de brandstofverbruiksmonitor. Deze presenteert straks de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik in relatie tot de kielspeling, belading, stand van het roer en de vaarsnelheid. Daarmee moet de binnenvaartschipper beter inzicht krijgen in de prestaties van zijn schip. En doordat de binnenvaartondernemer niet alleen de beschikking heeft over actuele gegevens, maar ook alle historische data beschikbaar blijven, kan hij eenvoudig vergelijkingen maken en zoeken naar trends en samenhang.

De binnenvaartschipper kan aan boord de verzamelde gegevens bekijken. Zo kan hij onder meer zien hoeveel liter brandstof de hoofdmotoren hebben verbruikt, hoeveel kilometer hij heeft gevaren, hoeveel tonnen hij heeft vervoerd en wat de gemiddelde kielspeling, vaarsnelheid en belading waren. Ook kan hij het voortschrijdend gemiddelde verbruik in liters per tonkilometer inzien en de totale CO2 uitstoot.

Werkelijke uitstoot per container

Steeds meer partijen (zoals bijvoorbeeld de IKEA’s en de Heineken’s van deze wereld) zijn steeds meer geïnteresseerd naar de werkelijke uitstoot per container. Met Co2Vademzijn we in staat zijn om nauwkeurig hun CO2 footprint aan te geven. Hiervoor bouwen we een koppeling met het ContainerPlanner stuwprogramma. Daarin worden de werkelijke uitstootgegevens gecombineerd met de logistieke gegevens die in het het stuwprogramma aanwezig zijn.

Waterdieptes

Met het betrouwbaarder voorspellen van toekomstige waterdieptes kunnen schepen beter worden afgeladen waardoor dezelfde vloot met een gelijk aantal reizen meer lading kan transporteren. Dit maakt het vervoer over water schoner en goedkoper. Zo moet de binnenvaart beter kunnen concurreren met het vervoer over de weg en het spoor. Ook wordt met betrouwbare voorspellingen de betrouwbaarheid van de aankomsttijd groter. Dat maakt het vervoer over water betrouwbaarder en wordt daarmee een beter alternatief voor het wegtransport. De resultaten van de voorspelde waterdiepte en de doorvaarthoogtes krijgt de binnenvaartschipper via een grafische webapplicatie gepresenteerd. Hoe deze gegevens het beste kunnen worden gevisualiseerd moet uit het onderzoek blijken.

Door alle reizen van de vloot te analyseren op overeenkomsten tussen het schip, de reis en de riviercondities, moet de binnenvaartondernemer optimaal kunnen afladen en efficiënter kunnen varen. Daardoor bespaart de schipper niet alleen op de jaarlijkse brandstofkosten, maar bouwt hij ook een database met gegevens op waarmee hij in de toekomst zijn schepen nog efficiënter kan inzetten.

Omdat de Nederlandse binnenvaartoperators hebben aangegeven dat de beperkingen in vaardiepte het meeste wordt ondervonden op de Duitse Rijn tussen Kaub en Maxau, richt het onderzoek zich op het traject van Rotterdam tot Maxau.

Financiering

Co2Vadem+ is een project binnen het grotere CoVadem initiatief, dat onder leiding van MARIN en de vaste partners Autena Marine en Bureau Telematica Binnenvaart  en Deltares al enige jaren loopt. Het project Co2Vadem+kan van start gaan dankzij financiering via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de binnenvaart zelf. In totaal kost het project 1,2 miljoen euro. De binnenvaartsector draagt zelf ruim 600.000 euro bij. Het project is een coproductie van Deltares en MARIN en omvat naast de vaste partners Autena Marine en Bureau Telematica Binnenvaart, ook de partijen Danser Group, NPRC, Heuvelman Groep, Shipping Factory, ThyssenKrupp Veerhaven, Koninklijke BLN Schuttevaer, de TU Delft en Rijkswaterstaat.

Het onderzoek moet eind 2018 zijn afgerond.

 

Met een eigen meldapplicatie Europa in

nv-de-scheepvaartAutena Marine wil met haar eigen meldapplicatie voor de binnenvaart Europa in. Tijdens de afgelopen halfjaarlijkse RIS week in het Belgische Hasselt deelde Autena haar eerste ervaringen met de meldapplicatie. Dit in het kader van de implementatie van het ERINOT 1.2-bericht.

De diverse RIS Expert Groups waren in het bijzijn van vertegenwoordigers van de Europese Commissie te gast bij nv De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal NV en Promotie Binnenvaart Vlaanderen. In de RIS ERI (Electronic Reporting International) Expert Group spraken diverse experts uit Europa over zaken die spelen omtrent het elektronisch melden. Zo passeerden de nodige technische onderwerpen de agenda, kondigde de CCR de meldplicht voor de tankvaart aan en deelde Autena hier haar ervaringen met de meldapplicatie.

Gebruiksvriendelijker

Autena besloot in 2014 te beginnen met het ontwikkelen van versie 2.0 van het veelgebruikte ContainerPlanner stuwprogramma aangezien de huidige nog in gebruik zijnde versie van het stuwprogramma zijn beperkingen kent. ‘Aangezien Rijkswaterstaat vooralsnog het huidige BICS programma maar tot 2020 blijft ondersteunen, en ook omdat wij een betere en een gebruiksvriendelijkere meldapplicatie kunnen leveren, besloten wij gelijk ook maar om een eigen meldapplicatie te gaan ontwikkelen’, vertelt Desiré Savelkoul van Autena. ‘Ook integreren wij onze eigen blauwe kegelberekening in het nieuwe ContainerPlanner 2.0.’

Voordat binnenvaartschippers het eigen ‘BICS’ van Autena aan boord mochten gebruiken, moest deze eerst uitgebreid worden getest door Rijkswaterstaat. De meldapplicatie voor de binnenvaart mocht namelijk geen problemen geven in het huidige meld- en volgsysteem (IVS90) van Rijkswaterstaat. ‘Hiervoor kwamen we met Rijkswaterstaat een aantal uitgebreide testscenario’s overeen. Zo hebben we alle mogelijke situaties nagebootst en keken dan of alle (lading)gegevens goed werden overgenomen in het meld- en volgsysteem. Na drie maanden, en de nodige aanpassingen, hadden we alle testscenario’s positief doorlopen en kregen we toestemming dat onze klanten onze meldapplicatie mogen gaan gebruiken voor het elektronisch melden.’

Eerste in Europa

img_4326Formeel heeft Autena nu uitsluitend toestemming voor het melden in Nederland, niet voor de overige Europese landen. ‘Maar onze binnenvaartschippers varen verder dan de landsgrenzen en gaan heel Europa door. We hebben in de RIS ERI Expert Group dan ook de vraag gesteld of we nu in elk land onze meldapplicatie moeten testen. Als daar iedere keer zo’n die maanden mee is gemoeid, dan wordt het een tijdrovende kwestie. Dit leidde in de vergadering van de ERI Expert Group tot enige discussie. De diverse vertegenwoordigers van de EU-landen wisten niet gelijk hoe ze hier mee om moesten gaan. Kunnen we bijvoorbeeld stellen dat als onze meldapplicatie in Nederland goed werkt, het dan ook goed moet werken in bijvoorbeeld Duitsland? Dat is niet met zekerheid te zeggen. Met dit vraagstuk gaan Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland en Nederland zich de aankomende maanden bezighouden.’

In de tussentijd gaat Autena de meldapplicatie voor de binnenvaart binnenkort in Duitsland testen zodat de binnenvaartschipper straks ook in Duitsland met ContainerPlanner 2.0 aan hun wettelijke elektronische meldverplichtingen kunnen voldoen. ‘Hiermee wordt ContainerPlanner de eerste toegestane meldapplicatie die gebruikt mag gaan worden in Europa en hebben wij het onze klanten weer makkelijker gemaakt’, besluit Savelkoul.