ContainerPlanner gaat in pilot kijken of containers op de juiste plek staan

Autena gaat samen met Shipping Technology (ST), Mavisoft en Delfia Inland Shipping in een pilot kijken of met camera’s gecontroleerd kan worden of containers met het laden op de juiste plek aan boord komen te staan. Of dat de goede containers van boord worden gehaald. Dit alles wordt geïntegreerd in het container stuwprogramma ContainerPlanner van Autena.

Om de containers te kunnen herkennen, worden de camera’s gekoppeld aan de inmiddels bekende ST Brain van Shipping Technology. Hierop draait de ScanTainr software van Mavisoft. Mavisoft is een startup en is met hun aan artificial intelligence software gekoppelde camera’s actief in de hele wereld. Je kan de techniek van Mavisoft inmiddels onder meer vinden op Schiphol en diverse containerterminals.

Schade herkennen

De pilot wordt uitgevoerd op een van de containerschepen van Delfia Inland Shipping, de Factofour. In december worden tijdens een werfbeurt de voorbereidingen getroffen voor het installeren van de camera’s. Deze camera’s herkennen in combinatie met de optical character recognition techniek (OCR) het nummer van de container. Via ST brain worden de gegevens naar ContainerPlanner ‘gepushed’ en krijgt de schipper een rapport op zijn scherm wat er precies is gebeurd.

Wanneer bij het laden van een (lege) container nog geen nummer bekend is, kan het systeem deze zelf aanmaken en vastleggen. Via ContainerPlanner kunnen deze weer gedeeld worden met de barge-operator of de ontvangende terminal. Zo weten deze welke lege containers ze gaan ontvangen.

Tevens kan de techniek eventuele schade aan een container vaststellen. Op deze manier kan met de vastgelegde beelden gelijk en geautomatiseerd een ‘damage report’ opgemaakt worden. Deze schade kan vervolgens gemeld worden bij bijvoorbeeld de barge-operator of andere relevante partijen.

Niemand aan dek

Het stuwprogramma van Autena controleert in de pilot automatisch of de kraandrijver de juiste container op de juiste plek heeft gezet. En of tijdens het lossen de goede containers van boord gaan. ‘Nu loopt nog iemand aan dek om te kijken of de containers op de goede plek worden neergezet’, vertelt Desiré Savelkoul van Autena. ‘Dat hoeft straks niet meer in weer en wind.’

In de pilot wil Savelkoul vooral kijken of het systeem betrouwbaar is. ‘Het systeem moet natuurlijk geen container missen. Want als een container op de verkeerde plek staat, heeft dat grote invloed op de rest van de reis. Een container kan dan op een verkeerde terminal worden gelost met alle logistieke gevolgen en kosten van dien. Daarom moet de schipper automatisch een waarschuwing krijgen als een container niet op de juiste plek komt te staan. En we gaan natuurlijk met Delfia Inland Shipping in gesprek om de integratie van de techniek in ContainerPlanner voor de schipper zo gebruikersvriendelijk en effectief mogelijk te maken.’

Naar de wal

Volgens Savelkoul past de pilot goed bij de ontwikkeling dat naast het plannen van containerschepen nu ook het laden en lossen geautomatiseerd vanaf de wal gemonitord worden. ‘Wat dat betreft is dit een mooie stap richting autonomie. Hiermee kan de bemanning aan boord worden ontlast.’

ContainerPlanner gaat mondiaal

Het ContainerPlanner stuwprogramma is geïnstalleerd op het grootste binnenvaartcontainerschip (720 TUE) van de wereld. De Nautic Twin gaat vanuit de kusthavens van Montevideo in Uruquay en het Argentijnse Buenos Aires vervolgens met containers varen naar Asunción in Paraquay. Het is inmiddels de derde licentie die we leveren voor Zuid-Amerika.

Nautic Twin

Concordia del Paraguay, een dochteronderneming van de Concordia Group uit Werkendam, liet de Nautic Twin bouwen. Op de scheepswerf La Barca werden de twee binnenvaartcasco’s Nautic 10 en 11 aan elkaar gelast. Zo ontstond het grootste containerschip voor de binnenwateren ter wereld met een capaciteit van 720 teu. Om te berekenen waar de containers op de tweeling moeten komen te staan, krijgt de Nautic Twin het ContainerPlanner stuwprogramma aan boord.

We gaan door met CoVadem

Een 50 -tal binnenvaartschepen verzamelen al een aantal jaren real time data om de schepen efficiënter te kunnen afladen en zuiniger te laten varen. In het project Co2Vadem+ gaan we verder, en krijgt de binnenvaartschipper een waterdiepte- en doorvaarthoogtevoorspeller, en een brandstofverbruiksmonitor aan boord.

Co2Vademis een project van het CoVadem-initiatief waarin wij als Autena al vanaf het begin in participeren en ook één van de initiatiefnemers zijn. Om binnenvaartschepen zo goed mogelijk af te laden met bulk of containers is een actuele waterdieptekaart alleen niet voldoende. Daarvoor zijn ook nauwkeurige en betrouwbare voorspellingen van de toekomstige waterdiepte en doorvaarthoogtes voor enkele dagen vooruit nodig. Het is de ambitie om CoVadem uiteindelijk als financieel zelfdragend initiatief te continueren en verder uit te bouwen. Om dat te bereiken is het nodig om de bestaande vloot uit te breiden naar 250 schepen. En dat is de ambitie. Is dat aantal bereikt, dan is er voldoende input om voor alle binnenvaartschepen meerwaarde te leveren. Naast de ontwikkeling van producten in het nu startende Co2Vadem+is de opschaling van CoVadem dan ook een belangrijke focus voor de komende periode.

Zuiniger varen

Met de nu te ontwikkelen diensten weet de binnenvaartschipper straks precies hoeveel lading hij mee kan nemen en kan hij het meest optimale vaarschema bepalen. Afgestemd op zijn schip, zijn route, reis en belading. Meer getransporteerde lading per reis en zuiniger varen moeten het resultaat zijn. Dit zorgt niet alleen voor minder kosten voor de schipper, maar ook voor meer opbrengsten. Daardoor vermindert de uitstoot van CO2 per tonkilometer.

Beter onderhoud aan de vaarweg

De door de binnenvaartschepen verzamelde data moet ook gaan bijdragen aan een beter onderhoud aan de vaarwegen en watermanagement. Hiervoor verzamelen de schepen ook gegevens over de bodem, waterstand en stroming. Deze anonieme gegevens uit CoVadem kunnen in combinatie met riviermodellen de rivierbeheerders en baggeraars helpen bij het op voorhand bepalen van de plekken waar gebaggerd moet worden. Zo kunnen er kosten worden bespaard en kan beheer slimmer worden aanbesteed.

De CoVadem Box

Om een schip te kunnen laten deelnemen aan het project is het voldoende om de zogenoemde CoVadem box te installeren. Deze wordt aangesloten op de sensoren voor locatie (GPS), belading (beladingsmeter), kielspeling (dieptemeter) en op een brandstofverbruiksmeter. Indien deze niet aanwezig is, moet deze worden geïnstalleerd.

Brandstof besparen

Het brandstofverbruik van een binnenvaart schip is in hoge mate afhankelijk van de omstandigheden op de rivier en hoe de schipper daarmee omgaat. Optimaal gebruik van het inzicht in het verband tussen schip, reis en rivierconditie kan leiden tot een besparing van 10% op het brandstofverbruik. Maar dat vereist naast ervaring van de binnenvaartschipper ook betrouwbare en vooral actuele data. Dat doet de brandstofverbruiksmonitor. Deze presenteert straks de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik in relatie tot de kielspeling, belading, stand van het roer en de vaarsnelheid. Daarmee moet de binnenvaartschipper beter inzicht krijgen in de prestaties van zijn schip. En doordat de binnenvaartondernemer niet alleen de beschikking heeft over actuele gegevens, maar ook alle historische data beschikbaar blijven, kan hij eenvoudig vergelijkingen maken en zoeken naar trends en samenhang.

De binnenvaartschipper kan aan boord de verzamelde gegevens bekijken. Zo kan hij onder meer zien hoeveel liter brandstof de hoofdmotoren hebben verbruikt, hoeveel kilometer hij heeft gevaren, hoeveel tonnen hij heeft vervoerd en wat de gemiddelde kielspeling, vaarsnelheid en belading waren. Ook kan hij het voortschrijdend gemiddelde verbruik in liters per tonkilometer inzien en de totale CO2 uitstoot.

Werkelijke uitstoot per container

Steeds meer partijen (zoals bijvoorbeeld de IKEA’s en de Heineken’s van deze wereld) zijn steeds meer geïnteresseerd naar de werkelijke uitstoot per container. Met Co2Vademzijn we in staat zijn om nauwkeurig hun CO2 footprint aan te geven. Hiervoor bouwen we een koppeling met het ContainerPlanner stuwprogramma. Daarin worden de werkelijke uitstootgegevens gecombineerd met de logistieke gegevens die in het het stuwprogramma aanwezig zijn.

Waterdieptes

Met het betrouwbaarder voorspellen van toekomstige waterdieptes kunnen schepen beter worden afgeladen waardoor dezelfde vloot met een gelijk aantal reizen meer lading kan transporteren. Dit maakt het vervoer over water schoner en goedkoper. Zo moet de binnenvaart beter kunnen concurreren met het vervoer over de weg en het spoor. Ook wordt met betrouwbare voorspellingen de betrouwbaarheid van de aankomsttijd groter. Dat maakt het vervoer over water betrouwbaarder en wordt daarmee een beter alternatief voor het wegtransport. De resultaten van de voorspelde waterdiepte en de doorvaarthoogtes krijgt de binnenvaartschipper via een grafische webapplicatie gepresenteerd. Hoe deze gegevens het beste kunnen worden gevisualiseerd moet uit het onderzoek blijken.

Door alle reizen van de vloot te analyseren op overeenkomsten tussen het schip, de reis en de riviercondities, moet de binnenvaartondernemer optimaal kunnen afladen en efficiënter kunnen varen. Daardoor bespaart de schipper niet alleen op de jaarlijkse brandstofkosten, maar bouwt hij ook een database met gegevens op waarmee hij in de toekomst zijn schepen nog efficiënter kan inzetten.

Omdat de Nederlandse binnenvaartoperators hebben aangegeven dat de beperkingen in vaardiepte het meeste wordt ondervonden op de Duitse Rijn tussen Kaub en Maxau, richt het onderzoek zich op het traject van Rotterdam tot Maxau.

Financiering

Co2Vadem+ is een project binnen het grotere CoVadem initiatief, dat onder leiding van MARIN en de vaste partners Autena Marine en Bureau Telematica Binnenvaart  en Deltares al enige jaren loopt. Het project Co2Vadem+kan van start gaan dankzij financiering via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de binnenvaart zelf. In totaal kost het project 1,2 miljoen euro. De binnenvaartsector draagt zelf ruim 600.000 euro bij. Het project is een coproductie van Deltares en MARIN en omvat naast de vaste partners Autena Marine en Bureau Telematica Binnenvaart, ook de partijen Danser Group, NPRC, Heuvelman Groep, Shipping Factory, ThyssenKrupp Veerhaven, Koninklijke BLN Schuttevaer, de TU Delft en Rijkswaterstaat.

Het onderzoek moet eind 2018 zijn afgerond.

 

Met een eigen meldapplicatie Europa in

nv-de-scheepvaartAutena Marine wil met haar eigen meldapplicatie voor de binnenvaart Europa in. Tijdens de afgelopen halfjaarlijkse RIS week in het Belgische Hasselt deelde Autena haar eerste ervaringen met de meldapplicatie. Dit in het kader van de implementatie van het ERINOT 1.2-bericht.

De diverse RIS Expert Groups waren in het bijzijn van vertegenwoordigers van de Europese Commissie te gast bij nv De Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal NV en Promotie Binnenvaart Vlaanderen. In de RIS ERI (Electronic Reporting International) Expert Group spraken diverse experts uit Europa over zaken die spelen omtrent het elektronisch melden. Zo passeerden de nodige technische onderwerpen de agenda, kondigde de CCR de meldplicht voor de tankvaart aan en deelde Autena hier haar ervaringen met de meldapplicatie.

Gebruiksvriendelijker

Autena besloot in 2014 te beginnen met het ontwikkelen van versie 2.0 van het veelgebruikte ContainerPlanner stuwprogramma aangezien de huidige nog in gebruik zijnde versie van het stuwprogramma zijn beperkingen kent. ‘Aangezien Rijkswaterstaat vooralsnog het huidige BICS programma maar tot 2020 blijft ondersteunen, en ook omdat wij een betere en een gebruiksvriendelijkere meldapplicatie kunnen leveren, besloten wij gelijk ook maar om een eigen meldapplicatie te gaan ontwikkelen’, vertelt Desiré Savelkoul van Autena. ‘Ook integreren wij onze eigen blauwe kegelberekening in het nieuwe ContainerPlanner 2.0.’

Voordat binnenvaartschippers het eigen ‘BICS’ van Autena aan boord mochten gebruiken, moest deze eerst uitgebreid worden getest door Rijkswaterstaat. De meldapplicatie voor de binnenvaart mocht namelijk geen problemen geven in het huidige meld- en volgsysteem (IVS90) van Rijkswaterstaat. ‘Hiervoor kwamen we met Rijkswaterstaat een aantal uitgebreide testscenario’s overeen. Zo hebben we alle mogelijke situaties nagebootst en keken dan of alle (lading)gegevens goed werden overgenomen in het meld- en volgsysteem. Na drie maanden, en de nodige aanpassingen, hadden we alle testscenario’s positief doorlopen en kregen we toestemming dat onze klanten onze meldapplicatie mogen gaan gebruiken voor het elektronisch melden.’

Eerste in Europa

img_4326Formeel heeft Autena nu uitsluitend toestemming voor het melden in Nederland, niet voor de overige Europese landen. ‘Maar onze binnenvaartschippers varen verder dan de landsgrenzen en gaan heel Europa door. We hebben in de RIS ERI Expert Group dan ook de vraag gesteld of we nu in elk land onze meldapplicatie moeten testen. Als daar iedere keer zo’n die maanden mee is gemoeid, dan wordt het een tijdrovende kwestie. Dit leidde in de vergadering van de ERI Expert Group tot enige discussie. De diverse vertegenwoordigers van de EU-landen wisten niet gelijk hoe ze hier mee om moesten gaan. Kunnen we bijvoorbeeld stellen dat als onze meldapplicatie in Nederland goed werkt, het dan ook goed moet werken in bijvoorbeeld Duitsland? Dat is niet met zekerheid te zeggen. Met dit vraagstuk gaan Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland en Nederland zich de aankomende maanden bezighouden.’

In de tussentijd gaat Autena de meldapplicatie voor de binnenvaart binnenkort in Duitsland testen zodat de binnenvaartschipper straks ook in Duitsland met ContainerPlanner 2.0 aan hun wettelijke elektronische meldverplichtingen kunnen voldoen. ‘Hiermee wordt ContainerPlanner de eerste toegestane meldapplicatie die gebruikt mag gaan worden in Europa en hebben wij het onze klanten weer makkelijker gemaakt’, besluit Savelkoul.